Intern salderen – de praktijk
Wij hebben u eerder al geïnformeerd over de uitspraak van de Raad van State van 20 januari j.l. (Intern salderen: uitspraak Raad van State levert verwarring op | VanWestreenen). Voor de volledigheid nog even de kern: wanneer een project binnen de vergunde stikstofdepositie (het effect van stikstof in Natura 2000-gebieden) blijft, dan is er geen vergunningplicht. Kortom, als uw AERIUS-berekening van de referentiesituatie afgezet tegen de gewenste situatie géén toename laat zien, dan is uw project in de basis vergunningsvrij voor de Wet natuurbescherming.
In de vorige update gaven we al aan dat er meerdere scenario’s mogelijk waren na deze uitspraak. Intussen zijn we een stuk verder in de tijd en worden de kaders steeds scherper hoe alle verschillende partijen omgaan met de nieuwe situatie. Middels deze update proberen wij u weer op de hoogte te brengen van de laatste stand van zaken.
De provincie: Positieve weigeringen
Aanvragen Wet natuurbescherming die worden ingediend op basis van intern salderen zullen een positieve weigering ontvangen. Hiermee geeft de provincie aan dat er op basis van de huidige wet- en regelgeving, de huidige versie van AERIUS en de ingediende gegevens op dit moment geen vergunningplicht is voor de Wet natuurbescherming, zodoende is er geen vergunning nodig en moet de aanvraag worden geweigerd (positief). Dit betekent dat er wel een besluit wordt genomen op de aanvraag, maar dat er weinig tot geen juridische rechten aan ontleend kunnen worden. Immers, toekomstige wijzigingen van de wet- en regelgeving dan wel het rekenmodel AERIUS kunnen ervoor zorgen dat er opnieuw een toetsing plaats zou moeten vinden voor de Wet natuurbescherming, en dat er dan wellicht een andere conclusie moet worden getrokken. Deze risico’s komen op het conto van de aanvrager (en eventueel dus ook de geldverstrekker), want de provincie heeft de risico’s afgehecht met het opnemen van een aantal (juridische) disclaimers. Deze positieve weigeringen staan open voor zienswijzen en beroep, en geven daarmee belanghebbenden de kans om te reageren. Wij zien dat dit regelmatig gebeurt, en dat leidt ook weer tot nieuwe rechtspraak.
Omgevingsvergunning (gemeente) – vvgb’s (provincie):
Tevens zien we dat waar voorheen verklaringen van geen bedenkingen werden gevraagd en verkregen bij aanvragen om omgevingsvergunningen, dat de gemeente nu nul op rekest kunnen krijgen van de provincies. De gemeente moet bij de aanvraag om een omgevingsverordening beoordelen of er sprake is van intern salderen of dat er toch een verklaring van geen bedenkingen nodig is (bij toenames van stikstofdepositie). In dat laatste geval kunnen ze het verzoek doen aan de provincie, in het eerste geval moeten ze zelf de stikstofeffecten beoordelen en opnemen in de vergunning dat er sprake is van intern salderen.
Belangenvertegenwoordigers – politiek
Diverse betrokken partijen hebben al aangegeven bij de (lokale) politiek dat deze (interim) periode snel afgesloten moet worden. Op dit moment lijkt er weer een soort tussenperiode te ontstaan, in plaats van dat men structureel werkt aan het verbeteren van de natuur én rechtszekerheid voor ondernemers. Om te voorkomen dat de mensen die nu een positieve weigering hebben gekregen straks dezelfde of soortgelijke problemen krijgen als de mensen die netjes hun PAS-melding hebben gevraagd of vergunnings- en meldingsvrij waren onder de PAS, moet er nu een oplossing worden gevonden voor de (rechts)onzekerheid. Ook zijn er al verschillende partijen, waaronder rechtbanken, die aangeven dat de landelijke politiek dit probleem z.s.m. moet oplossen.
Uitspraken rechtbanken
In navolging op de rechtbanken uit Noord-Nederland en Oost-Brabant heeft nu ook de rechtbank Midden-Nederland een uitspraak gedaan over de twijfel bij emissiearme stallen. In deze uitspraak worden in totaal 18 vergunningen van de provincie Utrecht vernietigd (Rechtbank vernietigt stikstofbesluiten Utrechtse veehouderijen | Nieuws | Rechtspraak). Naast de, inmiddels bekende, punten over de twijfel over de emissiereductie van emissiearme stalsystemen bij rundvee, gaat de uitspraak ook dieper in op beweiden en bemesten. Hoewel de rechtbank zich grotendeels kan vinden in het punt dat beweiden lagere emissie veroorzaakt dan koeien in de stal, is de rechtbank toch van mening dat er moet worden gekeken of er geen ‘bijzondere omstandigheid’ is die wel een vergunning voor beweiden/bemesten vraagt.
In de uitspraak vraagt de rechtbank ook om actie van de wetgever/kabinet. Er moet een oplossing komen die verder reikt dan individuele rechtspraak. Wij als VanWestreenen onderschrijven dit standpunt ook. Met alle onzekerheid die nu de Wet natuurbescherming omringt, is het tijd voor heldere wetgeving die voor alle partijen duidelijkheid, rechtszekerheid, maar ook (ontwikkelings)ruimte biedt.
Financiële instellingen
Wij zien dat de verschillende banken en geldverstrekkers anders omgaan met intern salderen. De een vraagt nog altijd bij iedere nieuwe financiering om een positieve weigering van de provincie, anderen houden het bij een analyse van een (agrarisch) adviseur. Allemaal met als reden om zoveel mogelijk zekerheid te vergaren voordat er geld wordt verstrekt, en daarmee ook te voorkomen dat ondernemers in de problemen komen mochten de regels toch wijzigen in de (nabije) toekomst. Het zou uiteraard bijzonder vervelend zijn dat er wel geld verstrekt is voor een nieuwe stal met een x aantal dieren, maar dat er vervolgens door een (wets)wijziging er bijvoorbeeld 10 of 20% minder vee mag worden gehouden. Dit zou tot ontzettend nare situaties kunnen leiden. Ons advies in deze: neem in een vroeg stadium ook al uw contactpersoon van de geldverstrekker mee in uw plannen. Hij of zij kan u dan aangeven welke eisen de bank heeft voor het afgeven van een krediet.
Bouwen bij positieve weigering?
Wij zien dat er veel vragen binnen komen van klanten die nu een positieve weigering hebben gekregen van de provincie voor een nieuwe stal, en kunnen/moeten ze deze nu wel of niet gaan bouwen. En welke risico’s gaan daarmee gepaard. Uiteraard zeer valide vragen, maar hier is niet een eenduidig antwoord op die voor iedere casus geldt. Veel van deze gevallen zijn maatwerk er spelen namelijk verschillende zaken mee:
- Wat is de referentiesituatie? Een vergunning Wet natuurbescherming dan wel omgevingsvergunning milieu met vvgb geven meer zekerheid dan oude milieuvergunningen/-meldingen uit de jaren ’90.
- Hoe groot is de afstand tot het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied? Stikstofeffecten worden kleiner naarmate de afstand groter wordt. Dit betekent dat eventuele gevolgen van het moeten verlagen van de depositie ook kleiner zijn.
- Op welke Natura 2000-gebieden is er een effect? Niet ieder gebied is even gevoelig voor stikstof.
Kortom, heeft u vragen over dit onderwerp of wilt u onze mening over uw specifieke casus, bel of mail ons gerust. Wij kijken graag met u mee naar uw bedrijfssituatie.